geschiedenis beroepen contact genealogie informatie

 

 

Tijdens het maken van de lijst van voorouders bleek dat de zeevaart een belangrijke rol speelde bij onze voorouders

 
 

Een beroep dat veel voorkwam was loods.

Uit het boek vier eeuwen loodsdiensten uit Amsterdam haalde ik het volgende fragment:

Het algemeen reglement op de zeeloodsdienst 1835

De loodsplicht wordt bevestigd, art. 70 zegt daarover, "alle schippers of gezagvoerders van zeeschepen de zeegaten of zeehavens willende uitvaren, aandoen of binnenzeilen, zijn verplicht eenen geadmitteerde loods te nemen en loodsgeld te betalen."

Om tot de loodsdiensten teworden toegelaten moet een examen worden afgelegd en de zeegaten drie jaren bevaren zijn geweest.

Kennis van stromen en gronden, banken en kenmerken, de bewerking van en manoeuvres met een groot zeilschip.

Na het examen moeten moeten vier proefreizen worden gemaakt met een diepgaand schip.

Na het afleggen van de eed, wordt de kwekeling tot noodhulp aangesteld en wordt hem een loodsteken uitgereikt.

de eed:

"Ik zweere, belove, dat ik mij in mijnen dienst als aangesteld loodsman bij het loodswezen van ........, stiptelijk zal gedragen naar de instructie op het loodswezen in het algemeen geëmaneerd naar de reglementen gearresteerd of nader te arresteren voor den loodsdienst der standplaats tot welke ik behoor en dat ik mij in mijnen postzal gedragen, gelijk en goed, braaf, eerlijk en trouw loodsman ten dienste van de Staat, de Zeevaart en den Koophandel schuldig is te doen.
Zoo waarlijk helpe mij God almagtig."

 

 
 

Zo kwam het beroep van Vletterman ook veel voor.

De Koopvaardersrede onder de lij van de oostkust van Texel was een ideale ankerplaats voor de scheepvaart.

Hier sloegen de groet vaart zeilschepen hun lading over in binnenvaartschepen, om aanstonds over het Vlak en Pampus te kunnen komen, hier laadden de Oostindiëvaarders uit kagen en tjalken en lagen de schepen in afwachting van een gunstige wind en het afgaande ebtij om uit te varen.

Na de Franse tijd, wannneer de scheepvaart zich meer en meer op het NIeuwe Diep concentreerde, zullen vissers uit Aan Den Helder met hun zeewaardige vletten er een broodwinning van gemaakt hebben om de schepen assistentie te verlenen en de communicatie met de wal te verzorgen.

Sloeperlieder (ook wel vletterman) genoemd.

Het waren rasechte jutters, die letterlijk en figuurlijk geen zee te hoog ging en menig scheepswrak zal door hen afgestruind zijn, nadat zij eerst met levensgevaar de bemanning er van afgehaald hadden.